GC3 wint met 6,5 – 1,5 van Schaakclub Sneek
Elke rechtgeaarde Fries weet dat als je koers zet voor het Snekermeer, je de wedstrijd niet wint met het zetten van alleen de fok. Toch leek Sneek juist zo het treffen met GC3 in te gaan. Maar GC3 had de Galaberline in plaats van met de gebruikelijke twee, of vier, deze middag met acht paarden bespannen, en trok furieus van acquit. Hier en daar struikelden de vele benen, maar echt ten val kwam alleen onze linksvoor. Waar het skûtsje van Sneek af en toe een windvlaag te pakken kreeg, hees geen van de toch ervaren bemanningsleden het grootzeil echt, en dobberde het Friese schip de hele middag op de fok naar de eindstreep.
Op bord 2 mocht Kaj het met wit opnemen tegen Tjitze Schram. Hij had Engels voorbereid de avond ervoor en dat moest indien mogelijk maar in de praktijk gebracht worden. C4 met E5, meteen of via een andere volgorde van zetten, hetgeen ook gebeurde. Er ontstonden spanningen in het centrum met pionnen op de e- en f-lijn tegenover elkaar, en die wist hij bekwaam te benutten in zijn voordeel, uiteraard met een beetje meedenken van de tegenstander.
Op zet 17 (stelling hierboven) forceerde Kaj een doorbraak met 17. f5 (waarom speelde zwart hiervoor Le6, dat is een raadsel), waarna het snel bergafwaarts ging voor zwart. Bij zet 30 hield zwart het voor gezien.
De partij van Mathijs tegen Han Holl op bord 4 begon voorspoedig. In een Caro-Kann zette hij al snel druk op de tegenstander nadat deze wat dubieuze zetten maakte op de damesvleugel. Hierdoor bleef zijn koningsvleugel onderontwikkeld, en had Mathijs in het middenspel zelfs een groot dynamisch voordeel. Helaas maakte hij hier niet optimaal gebruik van, en toen er een gelijk eindspel aan leek te komen probeerde hij (misschien uit frustratie) de stelling onnodig ingewikkeld te maken, maar blunderde in het proces een pion, en later nog een.
Met een vervelend lange middag verdedigen van een verloren eindspel met 2 pionnen minder voor de boeg, blunderde zijn tegenstander zijn paard. Hij leek echter te denken dat hij mat blunderde waardoor hij meteen opgaf (of wellicht had hij er gewoon geen zin meer in). Bij de stelling werd onder het genot van wat Mexicaans nog even stilgestaan, waarbij vooral Xander bijna ontdaan was. ‘Ja maar, hij gaf op in een remisestelling!’ (En dat het zelfs nog erger kan, Xander, houd je vast, lezen we op de onvolprezen Tim Krabbé-site: ultimate blunder!)
Aan bord 6 speelde Reno tegen skûtsjeskipper Anne Kloosterman. Deze partij had Sneek eigenlijk wat wind in de zeilen moeten geven. In het middenspel zag Reno in de taktische complicaties iets over het hoofd en hij verloor een paard. Of toch niet? Als zwart het paard onmiddellijk had geslagen had er weinig anders op gezeten dan de koning om te leggen. In plaats daarvan deed hij eerst een tussenzet, maar dit was niet goed! Met een tegentruc won Reno het paard weer terug en kon ontsnappen naar een eindspel met dame, paard en 3 pionnen tegen dame, loper en vier pionnen voor zwart. Het ging hier vooral om de race tussen Reno’s vrijpion op de a-lijn en die van zwart op de h-lijn. Na een foutje van zwart was de a-pion* niet meer te stuiten en zo won Reno naar eigen zeggen ‘onterecht’ de partij.
* Lieve pion op a5
Mooi klein ding, randpion ben je, niet meer dan één veldje mag je bestrijken. Je bent zo klein, bijna niets en je hebt de hele partij daar op je plaatsje gestaan, maar al die tijd was mijn hoop op jou gebouwd en al mijn angstig hunkeren was voor jou. Ik zag je wel, zoals je daar stond, kleine bengel. De mensen dachten natuurlijk dat het om de pion op d5 ging, hij trok hun aandacht, ja ze keken allemaal naar hem, maar jij en ik wisten het wel, het ging om jou, om jou en jou alleen. Je hebt gewacht, stouterd, je hebt je niet opgedrongen, want je wist dat ik al die tijd alleen maar aan jou dacht en dat je niets hoefde te doen, want dat ik vanzelf wel bij je zou komen. Kleine randpion, je bent nu vrij. Ga je gang, op a8 wacht jou en mij de onuitsprekelijke heerlijkheid. Heb mijn dank, lief klein ding. Ik heb je lief, je koning.
Zwart geeft het op.
(Overgenomen uit De Koning van Tim Krabbé en Max Pam)
Als eerste klaar na een zeer overtuigend miniatuurtje was Mark, die op bord 8 Gert Both trof. Stukken neerzetten, pionnen naar voren, doorbreken, klaar. Op naar de volgende!
Ernaast, op bord 7, Govert tegen Dirk Nolles. Dirk had voor de middag zijn vrouw en schoonouders uitgenodigd. Schaken als kijksport! Helaas bleek schoonvader in nodig bezit van gehoorondersteuning, waardoor pogingen af en toe een ‘live update’ te geven over de partij de hele zaal door schalmden. “Hij offerde een pionnetje voor actief spel, zwart moet nauwkeurig spelen.” “Hè, wat?! Nee: het staat ongeveer gelijk.” Enige tijd later gevolgd door “Dirk biedt zojuist remise aan, maar hij staat niet zo goed meer.” En inderdaad zag wit stukverlies over het hoofd en moest niet veel later opgeven. Gelukkig voor Dirk was het vrouwelijke deel van de familie toen nog aan het shoppen bij Ikea.
Onze koetsier Peter trof aan bord 5 de oude rot Jan Lootsma. De zweep bleef op de bok, het enige halfje van de middag.
Aan dri Adrian, tegen Christian Kuitert. Een gezonde zwarte stelling, niet al te veel druk van wit. Een heerlijk middagje diende zich aan. Helaas materialiseerde enig voordeel zich niet, of niet genoeg. In vrijwel gelijke stelling komen we erin:
Adrian: “Ik was het meeste voordeel alweer kwijtgeraakt. Maar hier ging zijn hand naar de h-pion. Ik probeerde een pokerface te houden. Hij aarzelde, trok zijn hand terug … en deed toen toch de fatale zet: 38. h4?? Pe2+ 0-1”
Alles zit hier even mee voor zwart. 39.Kf1 Pxg3+ 40.Ke1 Pxe4 en zwarts paard dekt de toren. Of 39.Kf2 Pc3+ 40.Ke3 Pxe4 41.Kxe4 Td4+ en ook Pa4 valt.
En terug bij bord 1, waar Rudolf het opnam tegen Selwin Keuning, de fok van Sneek. Geen aftands stukje zeil, eerder een fok van Molenaar, zal ik maar zeggen (gemaakt van 12.46oz wit Polykote van Contender, kan tegen een stootje): regerend Fries kampioen schaken, blitz, rapid, en misschien ook wel 960, bughouse en Duckchess. Rudolf hield lang een goede stelling, maar bezweek onder de aanhoudende druk van de steeds zwaarder wegende ELOverschillen.
Roemloos ten onder, zo verging het Sneker skûtsje. Ware het niet voor hun fok, dan had de klap nog harder kunnen aankomen.
GC 3 | Sneek 1 | |||
---|---|---|---|---|
Potze, R.H. (Rudolf) | 1990 | Keuning, S. (Selwin) | 2245 | 0 - 1 |
Soderberg, K.W. (Kaj) | 2037 | Schram, T. (Tjitze) | 2049 | 1 - 0 |
Clemens, A.H.P. (Adrian) | 2008 | Kuitert, C. (Christian) | 1962 | 1 - 0 |
Huiskes, M. (Mathijs) | 1958 | Holl, H.D.R. (Han) | 1996 | 1 - 0 |
Hendriks, P.A. (Peter) | 1987 | Lootsma, J. (Jan) | 2004 | ½ - ½ |
Emerencia, R.H. (Reno) | 2045 | Kloosterman, A. (Anne) | 2039 | 1 - 0 |
Pellikaan, G.B. (Govert) | 1994 | Nolles, D.S. (Dirk Sieds) | 1931 | 1 - 0 |
Kruit, M.J.W. (Mark) | 1948 | Both, G.P. (Gert) | 1835 | 1 - 0 |
Gemiddelde Rating: | 1996 | Gemiddelde Rating: | 2008 | 6½-1½ |
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.