“How do you move on? You move on when your heart finally understands that there is no turning back.” – J.R.R. Tolkien
Het seizoen 2023/24 was, zoals in deel 2 beschreven, een seizoen met vooral veel geploeter en de conclusie dat hoop eigenlijk nog erger is dan acceptatie van de kwaal zelf. Dit uitte zich bij mij op alle fronten. Zowel qua behandeling, werk, thuissituatie als schaken had ik van alles geprobeerd in de hoop op verbetering en had alles geleid tot telkens dezelfde teleurstelling: mijn fysieke klachten bleken onveranderlijk en leidden alsmaar tot dezelfde beperkingen.
Hierdoor werd ik langzamerhand wel gedwongen tot acceptatie, of ik nu wilde of niet. De enige manier om nog enigszins fatsoenlijk door de dagen te komen was door alles op een laag pitje te zetten en tenminste nog de dingen te doen die ik binnen mijn grenzen wel kon. Zelfs binnen mijn grenzen waren de klachten trouwens nooit helemaal weg, vooral de spierpijn, brainfog en maag/darmklachten spelen dagelijks een rol.
Alles boven mijn grenzen gaf alleen maar meer ellende, met veel fysieke klachten als hoofdpijn, spierpijn, buikpijn, diarree, grieperig gevoel, wazig zien, duizeligheid, etc. En deze klachten hielden dan vaak enkele dagen tot een week aan. Binnen mijn grenzen blijven dus. Klinkt makkelijk, maar niets doen is verschrikkelijk moeilijk. Mijn dagen bestonden uit dieren verzorgen thuis, een kwartiertje wandelen, 10 bladzijden lezen, netflixen en koken. Alles in een rustig tempo en met veel pauzes tussendoor. Af en toe ruimte om met iemand een kop thee te drinken of in een uitspatting een keer uit eten te gaan of naar de bioscoop te gaan (op een rustig tijdstip).
Ruimte voor meer dan dit was er gewoon niet en proberen om iets op te bouwen gaf alleen maar klachten. Zodoende werd ook besloten om mijn reintegratietraject op een laag pitje te zetten en uiteindelijk zelfs helemaal te stoppen in mei, na 2 jaar ziektewet (inmiddels in de WIA beland, wat een feest!). Nog meer acceptatie, nl dat ik van een actief en betrokken beroepsleven was overgegaan naar afhankelijkheid van een uitkering. Een parallel was te trekken naar schaken. Van actieve speler in verschillende competities en toernooien naar een soort van huisschaker die af en toe ergens een potje speelt. Ook dat was moeilijk te accepteren, maar de rauwe realiteit. Mijn wereld werd kleiner en kleiner…
En de medische wetenschap intussen? Nou, die staat in Nederland nog steeds stil. We weten zelfs niet eens precies hoeveel mensen in Nederland LongCovid hebben, omdat we weigeren ze te tellen (naar schatting zijn het er minstens 100.000). En de beloofde poliklinieken zijn er nog steeds niet, terwijl sommige landen hier al in 2020 mee waren begonnen. Intussen zijn de vergoedingen voor herstelzorg afgeschaft en hebben verwijzingen naar specialisten geen zin, zodat er nu eigenlijk helemaal niets meer is. Hoe dit kan? Tja, over dat onderwerp heb ik al eerder een aantal boeken aangeraden en zijn de parallelen met ME, Lyme en Q-koorts evident.
Wat schaken betreft kwam ik steeds meer tot het besef dat ik moest kiezen tussen niets doen en me ellendig voelen of wel iets doen en me daarna belabberd voelen. De ene keer koos ik voor het eerste, de andere keer voor het laatste. In februari weer eens voor het laatste en voelde me behoorlijk belabberd na de partij en ook de dagen erna. Eigenlijk was dit gewoon ver boven mijn grens, maar toch was ik blij dat ik gespeeld had en ook nog eens mijn team aan een punt had kunnen helpen.
Twee weken later speelde ik ook nog mee in de knsb in de verwachting dat een partij op de middag spelen altijd nog beter is dan in de avond. Nou, niets was minder waar! Ik begon de partij al knap beroerd en dat werd er tijdens de partij niet beter op. Misselijkheid en wazig zien schaakt gewoon niet zo lekker. Mijn tegenstander mishandelde eigenlijk de opening en ik had al groot voordeel kunnen hebben na zo’n 10 zetten. Dit zag ik niet, omdat ik vooral bezig was met overleven en zo snel mogelijk aansturen op remise. Na dameruil boodt ik dit maar aan op de 13e zet en was blij dat ik naar huis kon. Conclusie: externe partijen voorlopig maar even niet meer, omdat ze teveel ten koste gaan van mijn gezondheid.
Na dit besluit volgde een surrealistische en wonderbaarlijke periode. Waar ik genoeg had van de leegte van mijn dagen (en ik dacht dat mijn gezondheidssituatie toch al zo slecht was dat het allemaal niets meer uitmaakte) koos ik er samen met mijn vrouw en jongste zoon voor om op bedevaart te gaan naar Mekka! De reis die je 1 keer in je leven een keer gemaakt wil hebben. Waarvan ik vreesde dat als ik het nog langer uit zou stellen en mijn gezondheid mogelijk nog minder wordt nooit meer zou kunnen maken. Er was wat puzzelwerk voor nodig om het voor mij haalbaar te maken en de ervaring van mijn voruw als begeleidster bij de stichting “Onbeperkt Umrah” was onmisbaar, maar medio april gingen we daadwerkelijk richting Mekka. Lang verhaal kort: het was een onvergetelijke ervaring, het was zwaar, ik heb het gered en was niet helemaal afgeschreven toen ik weer thuis kwam.
Voor deze reis had ik zin om nog 1 keer een partij te spelen en vond in de interne Pablo als tegenstander. Van hem had ik het jaar ervoor nog smadelijk verloren en ook nu kwam ik eigenlijk gewoon slecht te staan. Wederzijdse schaakblindheid liet mij echter terugkomen in de partij, waarna het voor hem van kwaad tot erger ging. Ook na de reis, en wat tijd om te herstellen, kreeg ik weer zin om een partijtje te spelen. Zo kwam ik tegenover Ruurd te zitten en die gaf totaal onnodig op de 8e zet al een cruciale pion op e5 weg, waarna het eigenlijk al voorbij was. Onverwacht had ik met deze twee uit twee-score ineens zicht op de periodetitel (!) en besloot de week erna dan ook maar weer te spelen; je weet immers nooit hoe een koe een haas vangt. Opnieuw trof ik een tegenstander waar ik eerder in mijn LongCovidperiode van had verloren:
Onverwacht had ik me hiermee zowaar geplaatst voor de play-offs en werd hierdoor ook voor een dilemma gesteld. Mijn niveau was eigenlijk ondermaats voor de play-offs. En drie weken achter elkaar spelen zou wel eens te veel van het goede kunnen zijn. Ik had nl gemerkt in de laatste twee partijen, dat deze ondanks de korte duur eigenlijk te veel van mijn conditie vroegen. Voor de partij moest ik nl. al vanaf woensdag er rekening mee houden, zodat ik op donderdagavond niet helemaal zonder energie zou beginnen. En na de partij kostte het me telkens minstens drie dagen om te herstellen, waardoor ik pas na het weekend weer een beetje normaal functioneerde.
Een typische donderdag met schaakpartij. Wat mij parten speelt is een fenomeen bij LongCovid dat dysautonomie wordt genoemd. Bij het minste of geringste slaat mijn sympathische zenuwstelsel op hol.
Aan de andere kant had ik ook de tijd om dit in drie weken zo te plannen dat ik om de partijen heen niet al te veel verplichtingen zou hebben en kon herstellen. Ook zag ik het als een soort van “medisch experiment” om te zien of ik in een bepaald ritme kon komen en langzaam meer aan zou kunnen. Dit laatste deed me besluiten om het gewoon maar te proberen. Hopelijk zou ik het drie weken wel vol kunnen houden. Het liep natuurlijk weer eens totaal anders.
Ongelooflijk. In plaats van een vette nul kwam ik zo wel heel gelukkig aan een punt. Met deze onverwachte opsteker maakte ik me een week later op voor een confrontatie met de huidige kampioen Maurice. Ziekte van zijn kant stak hier echter een stokje voor en met dit uitstel zou drie weken vier weken gaan worden. De volgende partij in de play-offs speelde ik nu tegen Tycho. Ook hier kwam ik met mijn geknoei weer in de problemen en had moeten verliezen. Missers van zijn kant en een leuke wending (25.Dh4!) brachten echter redding en zowaar nog een vol punt. Zie en huiver:
Twee uit twee, puur geluk, maar wat gebeurt hier? Zo dicht bij het kampioenschap met zulk spel? Hmmm, wie weet zit het tegen Maurice ook eens een keer mee. Echter, ook de week hierna bleek Maurice nog ziek en uiteindelijk moesten we deze partij uitstellen tot na de zomer. Drie weken werden nu drie maanden. Het schakersgeluk van de laatste weken zou dan misschien zijn uitgewerkt? En hoe zou mijn gezondheid dan zijn?
Vorige week kreeg ik antwoord op die vraag en dit was alleszins geruststellend. Ik bleek nog steeds redelijk goed in staat om een partij te spelen (hoewel ik deze keer veel last had van tranende ogen) en geluk had ik in die zin dat er na de opening een stelling op het bord kwam die me wel beviel.
En zo werden de drie maanden met nog een weekje verlengd, omdat bij gelijk eindigen een tie-break gespeeld moet worden…
“For even the very wise cannot see all ends.” – J.R.R. Tolkien
Govert Pellikaan :
16 september 2024
Oef, die partij hoopte ik niet nog eens onder ogen te hoeven krijgen. Maar goed, hij past mooi in het narratief.
Succes met de -nu echt- allerlaatste play-off-loodjes!