Het was lekker druk voor de 1e interne competitieronde. 11 borden, met GC4 aan het werk tegen SISSA4. Die wedstrijd pakte verkeerd uit, maar overigens was er genoeg verheffends mee te maken. Nieuwkomers Julia, Gerard, en Jouke beten flink van zich. Jouke won zelfs nadat Menno-Peter zijn dame had geruild voor twee torens, en daarna langzaam maar zeker zijn tijd terug zag lopen terwijl hij de problemen op het bord probeerde het hoofd te bieden. Julia had niet hoeven verliezen van Alex had zij met de koning op f5 genomen, en niet met de dame. Nu volgde er Dg2 met een mooie dubbele aanval. Fons en Peter maakten er een spannend schouwspel van, waarbij Fons het betere van het spel leek te hebben. In een paarden-pionneneindspel werd na lange strijd remise overeengekomen. Govert bood Adrian aardig weerstand, maar beging aan het einde van de avond een blunder waarna Adrian er als de kippen bij was om het af te maken. Edwin won netjes van Arjen, die ergens een pionnetje was kwijtgeraakt en dit niet meer te boven kwam. Oswaldo kreeg tegen Broer de kans om een geweldige koningsaanval op te bouwen. Penningen over de diagonaal, torens over de zevende rij, natuurlijk werd de stelling onhoudbaar.
Wim won een partij van onze Russische dame Svetlana, uit welke partij de volgende stelling komt.
De vraag bij de stelling is deze: Wint wit dit sowieso? Of houdt zwart remise? En hoe ‘weet’ je dit het snelst als je achter het bord zit.
Jan Baljé :
24 september 2017
Dit wint volgens mij makkelijk voor wit. Hoe ‘weet’ je dit het snelst als je achter het bord zit? Misschien als volgt: met de witte koning op c4 kun je b3-b4 spelen en na ruil op b4 neemt zwart de oppositie met Kb6, maar dan heeft wit het reservetempo c2-c3 en wint. Als wit in de beginstelling aan zet is dan 1.Kd2 Kb4 2.Kd3 Kb5 3.Kc3 een driehoekje draaien en op de volgende zet Kc4.