Ons bereikte het verdrietige nieuws van het overlijden op 24 november van erevoorzitter Wout Knol. Wout wás Unitas. Zijn rol in de geschiedenis van onze club kan nauwelijks overschat worden.
Op deze plaats een eerbetoon, met herinneringen van (oud-)leden, een overtuigende winstpartij en wat dies meer zij. Voor nog een In Memoriam verwijzen we naar de website van Schaakclub Assen, zijn laatste schaakthuis: In memoriam Wout Knol.
Wout Knol (1931-2024) was erevoorzitter van Unitas sinds het overgeven van de voorzittershamer aan Dick Warmelink. Dat gebeurde in 1991, nadat hij 25 jaar lang de Christelijke Schaakvereniging geleid had. Nog geen tien jaar lid was Wout, toen hij in 1966 voorzitter werd.
Wout speelde in de jaren ‘40 voor Franeker, stapte in 1950 over naar Sissa, en in 1957 naar Unitas. De laatste jaren speelde hij in Assen. Uit zijn eerste Unitasjaren een partij die de krant haalde:
In het UnitasNieuws van september 1991 lezen we een kort stukje bij zijn afscheid als voorzitter, tevens de benoeming tot erevoorzitter:
Herinneringen aan Wout Knol
Govert Pellikaan
Het is eind december in het jaar 2023, iedereen viert kerst, en wij in Groningen zijn bezig met ons traditionele schaakfestival. Ik sta in de lange hal van de Aclo als daar een oude man binnenschuifelt. Perfect gekleed, maar het figuur gebogen. De jaren beginnen te tellen. Hij is broos geworden, maar zijn blik is als vanouds. Razor sharp, zouden ze in Engeland zeggen. We begroeten elkaar vriendelijk.
Altijd vond ik het een genoegen om hem weer te zien. Eigenlijk begon dat al met de eerste keer dat wij spraken. Wanneer zal het geweest zijn, ergens net langs het jaar 2000 vermoedelijk. Ik kwam een keertje kijken bij Unitas, in het Denksportcentrum. We spraken elkaar aan de bar, bij het bestellen van een koffie. Wat gebruikelijker uitmondt in een kennismaking, kreeg hier al snel contouren van een overhoring. Hij hoefde niet te vertellen dat hij leraar was, zal ik maar zeggen. Ongetwijfeld zal ik melding hebben gemaakt van mijn aangeboren afwijking tot alfa, desondanks mocht ik nog eens terugkomen.
Naar mijn op die avond gemelde plan om ooit als docent Nederlands aan het werk te gaan werd ik nog jaren later gevraagd. Hoe het ermee stond. Belangstellend maar kritisch.
Als schaker moest ik mijn plaats nog vinden. Een van de eerste opstekers was een remise tegen Wout. In de jaren hierna werd ik wat beter, hij al wat ouder, en veranderde de onderlinge verhouding. Ik hoor nog helder hoe hij na een prachtige partij van mijn kant, de overwinning kan mij niet meer ontgaan, opeens ‘Pat!’ door de zaal schreeuwt, ach, schreeuwt is iets te hard. Hij zei het vermoedelijk gewoon. Maar hij kwam binnen. Au. Een sluwe vos verleert zijn streken niet, dat heb ik die avond in mijn oren geknoopt.
Op ledenvergaderingen ontbrak hij nooit, ik kan het mij althans niet heugen. Hij had dan wel de touwtjes uit handen gegeven, maar daar diende men niet ondoordacht mee om te springen. Een teamleiderschap was hem bijkans heilig. En dan vooral omdat hij wist dat een goede teamleider het verschil kon maken. Tot in de puntjes voorbereid, rekening houdend met elke tegenslag, de tegenstander in de smiezen en het vizier, en de eigen manschappen aansporend, afremmend, net naar de aard van de speler. De teamwinst boven alles. Dit alles bracht hij op ons, de vergadering, over. Meestal nadat was gebleken dat er hier of daar zaken niet op orde waren geweest. Niet op orde, onbestaanbaar. En als rechtgeaarde Unitasser schaamde je je dan, bij voorkeur plaatsvervangend.
Anderen niet te na gesproken is het denk niet te veel gezegd om te stellen dat zelden iemand in het bestaan van Unitas meer respect heeft genoten. Genoten en verdiend.
In memoriam Wout Knol
Enkele herinneringen aan Wout Knol
Door Michiel Boekschoten
Denkend aan Wout ervaar ik, als zo vaak, de spijt van het iemand bij leven niet voldoende te hebben gekend. De spijt over bezoeken aan Assen die ik nooit heb gebracht, kaartjes die ik niet heb geschreven, telefoontjes die ik niet heb gepleegd. Niet zelden is er een grote meerwaarde in de verzamelde herinneringen van anderen. Deze keer ontbreekt mij die informatie deels, want van Wout is “in besloten kring afscheid genomen” en juist bij begrafenisredes wordt vaak een boekje over de betrokkene open gedaan. Gelukkig zijn van de hand van Sjoerd Homminga van Schaakclub Assen en Nick Maatman van het Dagblad van het Noorden en hun bronnen al hommages aan Wout gepubliceerd.
Met diegenen die, net als ik, hun beeld van Wout willen aanvullen, deel ik graag mijn herinneringen aan Wout.
Deze beginnen bij mijn lidmaatschap van Schaakvereniging Unitas. Wout zal mij ongetwijfeld op enig moment hebben verwelkomd als lid en de kans is groot dat dat op de eerste clubavond die ik bezocht was. Het was duidelijk dat hij, als voorzitter van een bloeiende en ambitieuze vereniging, een belangrijke vinger in de pap had in wat er zoal binnen de vereniging gebeurde en met name in het werven van spelers voor het o zo belangrijke eerste team, toch het uithangbord en visitekaartje van de club, zeker in die dagen. Wout leek te beschikken over een enorm netwerk en was niet te beroerd om goede of veelbelovende spelers te benaderen voor “een plaats in Het Eerste”. Ik geloof niet dat er in die dagen sprake was van iets als democratie op dat punt. De jure was het wellicht anders geregeld, maar de facto bepaalde Wout voor wie er ruimte in “Het Eerste” was. Daar gingen de gesprekken aan de bar van Joop Bartels wel eens over, als de clubavond om een uur of 12 was beëindigd en de bar nog tot in de kleine uurtjes open was. Daar was Wout zelf nooit bij aanwezig.
Wout gaf wiskundeles op een middelbare school in Assen en hij hield op een soort onopvallende wijze van zijn vak. maar hij hield zelf ook van wiskunde. Zo heb ik wel eens leuke wiskundige problemen besproken met wijlen lid Arie Verheul en met Bert van der Marel, maar nooit met Wout. Als er schakers waren die in iets wiskundigs promoveerden, zoals Bert van der Marel en Whee Ky Ma, dan was Wout er natuurlijk persoonlijk bij aanwezig.
Wout was sowieso goed in het blijk geven van zijn steun en belangstelling door persoonlijk aanwezig te zijn. Heel vaak kwam hij kijken bij wedstrijden van teams van Unitas tegen andere teams. Ook kwam hij vaak naar station Assen om uitspelend team en teamleider succes te wensen op de onmogelijk vroege tijdstippen waar wij als Groninger spelers nu eenmaal mee hebben te dealen. En om te checken of iedereen er wel was en of het team compleet was. Het ging dan zo, dat de spelers bij aankomst van de trein in Assen voor de treinramen zaten uit te kijken of iemand Wout al zag staan en vervolgens de teamleider zich naar een treindeur spoedde om Wout de hand te schudden, diens succeswensen in ontvangst te nemen en verslag te doen van de stand van zaken in de trein. Bij heel belangrijke wedstrijden ging Wout mee als supporter en als iemand onverhoopt niet was komen opdagen ging Wout mee als invaller. Voor dat soort situaties maakte hij zijn agenda stante pede leeg. En, jongere lezers, mobiele telefoons waren destijds nog niet in zwang. Een aan hem toegeschreven citaat luidt “Er is maar één acceptabele reden voor spelers om af te zeggen voor een KNSB-competitiewedstrijd en dat is de eigen begrafenis.”
Tongue in cheek, natuurlijk, maar het tekent Wout.
Schaken is een gezonde bezigheid, althans voor de hersenen, volgens Wout, want hij had zelf uit observaties geconcludeerd dat schakers slechts zeer zelden aan dementie lijden.
Wout was een man van het in stand houden van relaties en tradities, zo at hij jaarlijks met Jan Wellner (over wie hij later een zeer lezenswaardig In Memoriam schreef) bij de stam-Chinees Restaurant Peking en een soortgelijke relatie onderhield hij met Piet Hondema. Disgenoten die niet steeds een druk sociaal leven leidden.
Steun en toeverlaat was zijn vrouw Anja, over wier gezondheid hij zich jarenlang zorgen maakte en die immer in onze gesprekken een plaats had. En met wie ik meestal een kort maar gezellig gesprekje voerde als ik Wout opbelde.
Wout was voorzitter van Unitas, maar wenste na een jaar of 25 af te treden, wat hem de unieke titel “ere-voorzitter” opleverde. Bij mijn weten is hij niet tot erelid benoemd en ik vermoed dat hij dat zelf niet wilde, omdat hij graag gewoon lid wilde zijn en ook gewoon contributie wenste te blijven bijdragen. Een zekere bescheidenheid was Wout niet vreemd. Wout bleef als immer zeer betrokken maar liet zijn opvolger Dick Warmelink toch alle ruimte in zijn rol te functioneren. Toen op een gegeven moment de fusie met s.c. Groningen zich aankondigde heeft Wout deze bittere pil manmoedig ingenomen. Het was moeilijk om de club waar hij zich zo voor had ingezet uiteindelijk te zien stoppen met de lange periode van sportieve wedijvering met concurrent s.c. Groningen en een onzekere fusie aan te gaan, waarbij al enkele voorbeelden van minder succesvolle ontwikkeling van dergelijke samensmeltingen in den lande waren te constateren. Gelukkig zijn Wouts sombere voorgevoelens terugkijkend niet bewaarheid.
Wout Knol, ere-voorzitter van sv Unitas, voor altijd.
“Wout was een teamleider met een grote loyaliteit naar spelers. Dat leidde er wel eens toe dat er in het eerste soms mensen meespeelden die wij als jongere leden helemaal niet kenden, en die ook niet altijd meer het goede niveau haalden (in mijn ogen). Maar hij voelde goed aan wat hij tegen de spelers moest zeggen. In mijn geval wist hij dat hij altijd moest zeggen dat ik beter stond, omdat ik zelf altijd wat pessimistisch ben over mijn stelling.”
Kees Praagman
“De rouwkaart was even koel als Wout kon zijn. Wout kon op een bepaalde manier heel inspirerend zijn en ik heb dat zelf persoonlijk ook zo ervaren toen ik in Groningen ging studeren en daarna. Tegelijkertijd was Wout iemand die leefde in een andere tijd/wereld. Hij had absoluut geen interesse in moderniteiten (een computer of mobieltje heeft hij nooit gebruikt), of in democratische/sociale ontwikkelingen -hij was bij uitstek een autocraat. Bovenstaande kenmerken pasten ook bij hem als teamleider en clubbestuurder. En zoals Kees aangaf, hij toverde oud-Unitassers uit de hoge hoed voor het spelen van een potje in Unitas I (Planta!, en meer), zonder daar voor zover mij bekend anderen bij te betrekken. Wout was – op zijn manier – oneindig loyaal aan mensen, en aan zijn club (Unitas), zijn school en oud-collega’s, maar concessies aan zichzelf in de omgang met anderen kon hij niet. Ik heb hem heel lang jaarlijks bezocht; hij stelde dat heel erg op prijs, en liet dat ook duidelijk blijken.”
“Frank Westerman, schijver van onder andere ‘De graanrepubliek’, 1999, was leerling geweest van de ChrScholengemeenschap in Assen waar Wout leraar was. Waarschijnlijk een alpha, maar hoe het ook is gekomen, Wout heeft dat boek (zijn eerste?) gelezen en gecorrigeerd teruggestuurd naar Westerman. Wout vertelde me dat toen, op zijn kenmerkende manier; taalkundig was het niet best en daar moest de schrijver goed kennis van nemen. Wout heeft ook daarna de boeken van Westerman onderhanden genomen, wellicht staat hij nog wel ergens in een dankwoord vermeld.”
”Govert Schilling schrijft in zijn zeer leesbare ‘De olifant in het universum’, 2022, uitgebreid over de Nederlandse sterrenkundige Albert Bosma (wellicht ken je hem wel, is in Groningen gepromoveerd, later carriere gemaakt in Frankrijk, ook actief als schaker bij Unitas), maar heel bijzonder is de paragraaf op p.108, waar opeens wiskundeleraar Wout Knol op duikt…
Interessant is de vraag hoe Schilling bij dit verhaal komt.”
Henk Nijmeijer
“Ik leerde Wout kennen toen ik in 1985 lid werd van Unitas en nadat ik redacteur was geworden van het Unitas-nieuws hadden we regelmatig telefonisch contact over zijn kopij tijdens de redactievergaderingen; het moest volgens Wout namelijk wel allemaal kloppen. Daarnaast hebben we Wout weten te verleiden om driemaal uitgebreid verslag te doen van het wereldkampioenschap senioren; hiervan hebben we aparte bijlagen van de clubkrant van gemaakt:
https://www.groningercombinatie.nl/unarchief/UN12.SWK.pdf
https://www.groningercombinatie.nl/unarchief/UN13.SWK.pdf
https://www.groningercombinatie.nl/unarchief/UN14.SWK.pdf
Een jaar of 10 geleden kwam ik Wout nog tegen toen we een uitwedstrijd speelden in Assen; ik schaak al een tijdje bij Zwolle-Zuid Schaakt!. Hij kwam kijken hoe het Assen verging en meldde terloops dat hij schaaktrainingen op de scholen verzorgde. Hij zal met gemengde gevoelens, maar zeker met wat vergenoegen, gekeken hebben naar het verloop van mijn partij waarin ik uiteindelijk het onderspit delfde tegen een pupil van hem…”
Karel Schoenmaker
Wout schreef veel in het UnitasNieuws. Verslagen van wedstrijden, toernooien in het buitenland, maar ook in memoria voor de gevallen medestrijders. Hieronder slechts een kleine greep.
Soms gaat een eigen partij op het hakblok. Hier een treffen met de huidige voorzitter, toen speler van de vijand:
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.