GC3 speelde zaterdag 19 maart jl. voor de laatste kans op klassebehoud tegen AAS maar slaagde daar niet in. Het werd 3-5 voor de Aalsmeerders. Volgend jaar derde klasse KNSB dus voor GC3.
Ik heb geen overzicht van het verloop van de wedstrijd en loop daarom de borden van boven naar beneden af. GC3 opstellingen zijn lastig om te maken. Dit keer was gekozen voor opstellen conform TPR waarbij de hoogste TPR aan bord 1 werd opgesteld. Fons van Hamond en Alexander van Pelt waren deze ronde “vrij”.
Govert “erop-of-eronder” Pellikaan heeft de hoogste TPR en zat dus op bord 1 tegen FM Johannes Rudolph (2297). Govert lijkt in de verkeerde tijd te zijn geboren. Zo ben ik ervan overtuigd dat wanneer hij tijdens de oude Grieken had geleefd hij als een klassieke held zou hebben gestreden naast Achilles, bij de Romeinen een romeinse veldheer was geweest optrekkend naar de Rubicon naast Julius, als watergeus steden had ontzet en als kapitein op de wilde vaart hele continenten ontdekt en verovert. Helaas voor Govert leeft hij in de 21e eeuw en moet hij het doen met een schaakbord, maar daarop leeft hij zich dan ook volledig uit. Govert ging er vandaag weer volop tegenaan en kwam een heel eind in een Benoni. Govert gaf alles en het was erop of eronder. Helaas moest elke zet een voltreffer zijn en toen Govert eenmaal een mindere zet deed kreeg hij geen tijd meer om te herstellen. 0-1
Aan bord 2 zat Taco “alles-voor-het-mat”van de Poel tegen Aldert-Jan Keessen (2182). Zoals Taco gewoon is trok hij ten aanval met het doel mat zetten. Taco is ervan overtuigd dat combineren en mat zetten superieur is aan positioneel spel, en zoals ik onlangs heb geleerd tijdens mijn schaaktrainer-1 cursus heeft hij gelijk. Wat heb je immers aan een prachtige positie wanneer je mat staat? Kinderen leren dan ook eerst combinaties en mat zetten en de rest komt later wel. Zijn tegenstander wist ook van wanten en zo halverwege de partij stonden beide koningen omsingeld door nog na rokende vijandelijke stukken, restanten van een wederzijdse verwoestende aanval. Mat zat er toen voor beide spelers niet meer direct in waardoor Taco beter leek te staan op basis van een materieel overwicht, kwaliteit, en betere pionnenstructuur. Taco wist zijn voordeel ook om te zetten in een winnend paard-pionnen eindspel met drie pionnen meer. Daarna voltrok zich een drama. Hij verloor alsnog. Dramatisch was het vooral omdat Taco “onderweg” gewoon de laatste pion van zijn tegenstander had kunnen slaan en daarbij een gewonnen eindspel had overgehouden. [fen cal=Gg5e6,Ge6e6]8/8/2n1p2k/4P1N1/8/5P2/1K4P1/8 w KQkq – 0 1[/fen]In plaats daarvan koos Taco voor een pionnen eindspel met twee tegen één pion waarin hij achteraf maximaal remise bleek te hebben en deze remise ook nog een keer mistte. 0-2 (Taco heeft zijn partij hier https://www.groningercombinatie.nl/taco-van-de-poel/ geanalyseerd).
Mark “gewoon-gezonde-zetten-doen” Kruit zat aan bord 3 tegen FM Jeffrey van Vliet (2315). Mark had het deze wedstrijd zeer moeilijk en kwam niet aan gezonde zetten toe. Ik zat naast Mark en zag dat hij veel tijd nodig had in de opening, een Lb5 siciliaan, wat zeer ongebruikelijk is voor hem. Ook had hij problemen met zijn stukken goed neer te zetten. Zo speelde hij, nadat hij zijn zwartveldige loper had gefianchetteerd, de zetten Ph6, 0-0, Kh8 en Pg8 om te kunnen rokeren en het paard in het spel te brengen en mee te laten verdedigen. Tot slot had Mark geen tegenkansen weten te creëren, wat hij normaal altijd wel voor elkaar krijgt. Het resultaat laat zich raden. 0-3
Ik (Robert “ik-snap-er-weer-eens-niet-veel-van” de Boer) speelde aan bord 4 tegen Jasper van Eijk (2035). Ik speelde een c3-siciliaan en vond al vrij snel dat ik weer eens niks aan de opening had overgehouden. Zowel Jasper van Eijk als ik vonden dat zwart prettiger stond, ook in de analyse na de partij. Fritz, het schaakprogramma, gaf in de tweede analyse aan dat het allemaal wel meeviel en dat ik vanaf zet 14 een plusje had. Jasper van Eijk daarentegen was overtuigd van zijn mogelijkheden en besloot risico’s te nemen. De stelling werd daarna snel chaotischer en de tijd raakte steeds meer op voor beide spelers. Ik dacht met een stukoffer daar gebruik van te kunnen maken. [fen]4r2r/kp1bP2p/Bn2pq2/3p2p1/1Q6/P7/1P2NPPP/2R1R1K1 b KQkq – 0 1[/fen] Het resultaat was boven verwachting. Jasper van Eijk verbruikte bijna al zijn tijd om het offer te weerleggen wat hij vervolgens niet deed. De stelling was daarna definitief in mijn voordeel omgeslagen en bovendien leek het zelfvertrouwen bij Jasper van Eijk weg waardoor hij het eindspel zwak speelde en snel verloor. 1-3
Reno “gewoon-tegen-het-bord-spelen” Emerencia zat aan bord 5 tegen Paul Schrama (2212). Reno kent maar één tegenstander en dat is de stelling op het het bord (dit klinkt vreemd maar ik heb bijvoorbeeld altijd minimaal twee tegenstanders waaronder mijzelf) Dit is misschien ook wel de reden waarom hij de laatste jaren goede resultaten behaald. Zijn partij tegen Paul Schrama kon ik in de opening en middenspel goed volgen en ik dacht dat Reno na de opening goed stond maar dat Paul Schrama daarna zijn ELO-plus in de strijd wierp en in het middenspel terugkwam. Niets was minder waar. Reno hield voortdurend de spanning op het bord en verbeterde ondertussen zijn stelling beetje bij beetje. In mijn tijdnood heb ik wat gemist maar toen ik weer tijd had zag ik dat Reno binnengedrongen was met zijn dame en dat Paul Schrama daar alleen door risico’s te nemen iets tegenover kon stellen. Reno ving de tegenaanval koelbloedig op en incasseerde de felicitaties. 2-3
Edwin “misschien-ben-ik-een-beetje-fatalistisch” Zuiderweg speelde op bord 6 tegen Marc Trimp (2190). Het leuke van fatalistisch is dat het in principe niets zegt over wat er gebeurt maar alleen dat er wat gaat gebeuren. Het kan dus ook positief uitpakken denk ik bij mijzelf, bijvoorbeeld “de overwinning stond bij voorbaat al vast”. Ik heb van de partij maar enkele momenten gezien. De eerste keer dat ik keek sloeg Marc Trimp met een toren op g2 in en ik dacht dat het verloren was voor Edwin, maar dat bleek totaal niet het geval te zijn. Later kreeg ik de indruk dat er eigenlijk niets aan de hand was maar dat kloptte ook weer niet, Edwin stond gewonnen en weer even later had Edwin verloren. Edwin gaf achteraf aan ongeveer twee keer gewonnen te hebben gestaan en één keer verloren en dat laatste werd de uitslag. 2-4
Kawar “is-het-loperpaar-echt-wel-zo-sterk” Yakinsyah speelde op bord 7 met zwart tegen Ben de Leur (1997). Ik zal eerlijk zijn, ik heb niets van de partij gezien. Voordat ik het wist was Kawar klaar en ik heb hem ook niet meer gesproken. Ik hoorde van de teamleider dat het een solide remise was. Ik vermoed dat Kawar weer heeft geprobeerd aan te tonen dat het loperpaar voordeel biedt. Dat doet hij sinds een jaar consequent sinds wij op de terugreis vorig seizoen uit Haarlem eens een partij van hem hebben geanalyseerd en aangaven dat het loperpaar toch best wel sterk was. Kawar vroeg zich toen af of dat wel zo was en sindsdien onderzoekt hij dit wanneer hij maar kan. Via deze weg wil ik aan Kawar nogmaals meegeven: het loperpaar is echt wel sterk (moet je tegenstander natuurlijk niet ook het loperpaar hebben, maar dat spreekt voor zich) 2,5-4,5
Henk “positionele-druk-en dan-afmaken” Bosveld speelde aan bord 8 tegen Peter Poncin (2114). Wanneer ik Henk zie spelen denk ik wel eens dat hij eens een tijdje moet trainen met Taco. Vaak staat Henk positioneel fantastisch met mooie diagonalen voor zijn lopers, prachtige velden voor zijn paarden en flexibele pionnenstructuren welke vaak een vrijpion opleveren. En dan gaat het regelmatig mis door een petit-combination van de tegenstander. Tegen AAS was dat niet het geval. Een terechte remise zei Henk na afloop. Beide spelers hadden niets concreet bereikt en de partij was in evenwicht. 3-5
Er restten GC3 nog twee wedstrijden om de eer te redden. Ik denk dat dat zeker gaat lukken.
Ps. Wanneer er nog leuke partijfragmenten zijn stuur deze dan maar even op.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.