De kippenfuif, omtrent 1980 deed ik het voor eerst mee aan dit jaarlijkse snelschaaktoernooi. In die tijd een massaal evenement, waar zeker vijftig à zestig mensen aan meededen. En veel spelers uit het eerste ook, iedereen wilde er gewoon bij zijn. De helden van toen, wie waren zij? Namen van sterke concurrenten die mij nu te binnen schieten: Gerrit Prakken, Hans Polee, Jaap Brouwer, Wieb Zagema, Nico van de Sijde, Mark Kremer en ongetwijfeld vergeet ik er nog een paar –waarvoor excuus. De echte talenten – Joris Brenninkmeijer en vooral Jorden van Foreest – hebben nooit aan de kippenfuif meegedaan, zij begrepen toen al dat je je tijd beter kunt besteden aan het bestuderen van saaie toreneindspelen als je echt beter wilt worden.
Vluggeren is veel leuker dan gewoon schaak, dus ik probeer er altijd bij te zijn op de kippenfuif. De laatste veertig jaar heb ik het toernooi redelijk vaak gewonnen maar dit jaar had ik er een hard hoofd in. Mijn laatste weinig overtuigende vluggertjes waren ergens in augustus en online ben ik helemaal kansloos tegen al die snelheidsduivels. Dat gebrek aan ritme wreekte zich in de eerste voorronde-partijen. Een kansloze nul tegen Govert Pellikaan gevolgd door een remise tegen trouwe puntenleverancier Fons van Hamond, het begin was heel roestig.
Het roer moest om: niet meer proberen om correct te spelen, niet langer experimenteren met 1.e4, nee gewoon saai en snel, rot maar vlot en vertrouwen op de ingesleten vaste patronen. En deze losse aanpak werkte prima. Ik haalde de hoogste finalegroep en toen begon ik zowaar echt goed te spelen.
In de tweede ronde versloeg ik Maurice Schippers in een redelijk strakke Siciliaan en dat was achteraf het beslissende duel. In de laatste ronde was een remise tegen Machteld van Foreest voldoende voor de eerste plaats. Na 1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Le3 Pg4 was Machteld duidelijk zichtbaar ‘out of book’ en zuchtend begon ze de stelling te bestuderen, een mooi moment om even remise voor te stellen. Met intussen een minuut achterstand op de klok ging ze akkoord, ze moet nog wennen aan het idee dat ze die ouwe lul tegenover haar makkelijk wegblaast als ze de stelling in hoog tempo ingewikkeld maakt. Volgende keer Machteld!
Winnaar dus, en zo mocht ik weer met een kip naar huis. Is er misschien nog een ijverige archivaris die even uit wil zoeken hoe vaak ik de kippenfuif gewonnen heb? Ik hoor Jaap Ham al hoonlachen: “Hoezo Hoekie moet dat op je grafsteen of zo?” Nee helemaal niet en met mijn ijdelheid valt het ook wel mee, ik hou gewoon van cijfertjes.
Geef een antwoord
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.