Op 5 december gaan we doorgeefschaken. Een garantie voor een heerlijk avondje! Regels? Jazeker.
Belangrijkste: maak zelf vast een koppel met iemand die ofwel erg goed schaakt, ofwel prima gezelschap is. Losse elementen worden door Wim tot een eenheid gesmeed.
Verder: we spelen met 5 minuten plus 2 seconden increment. Genoeg tijd, geen al te hard geram op de klokken nodig, u begrijpt het wel.
Hieronder nog even kort (??!) de regels:
Doorgeefschaak
Doorgeefschaak wordt gespeeld op twee naast elkaar liggende borden tussen twee teams. Elk team bestaat uit twee personen. Deze twee personen zitten naast elkaar, ieder aan een bord. Elk team benoemt een der beide leden tot eerstebordspeler. De eerstebordspelers van beide teams spelen tegen elkaar. Voor de wedstrijd begint wordt door loting uitgemaakt welke der beide eerstebordspelers wit heeft. De teamgenoot van de eerstebordspeler die wit heeft speelt met zwart.
Doorgeven en plaatsen van stukken
Een speler die een vijandelijk stuk slaat is bevoegd dit door te geven aan zijn teamgenoot. Je mag een zet uit te voeren door een door de teamgenoot geslagen en doorgegeven stuk op het bord te plaatsen. Een geslagen en doorgegeven stuk mag slechts op een onbezet veld worden geplaatst. Een geslagen en doorgegeven stuk mag niet op het bord worden geplaatst als na het voltooien van deze zet de vijandelijke koning schaak staat (geen bughouse dus). Een geslagen en doorgegeven pion mag niet op de 1e of 8e rij worden geplaatst. Spelers dienen de aan hen doorgegeven en nog niet op het bord geplaatste stukken duidelijk zichtbaar voor zich neer te zetten, en zonodig op verzoek van de tegenstander direct kenbaar te maken welke stukken de speler nog ter beschikking heeft.
Promotie
Als een pion de achterste rij bereikt krijgt de pion de waarde van dame, toren, loper of paard. De pion behoudt echter de gedaante van pion. Beide spelers dienen de waarde van deze gepromoveerde pion te onthouden zolang deze in het spel is. Als een gepromoveerde pion wordt geslagen en doorgegeven krijgt deze opnieuw de waarde van pion.
Het uitvoeren van een zet
Een speler die een doorgegeven stuk zodanig op het bord plaatst dat dit het bord raakt is verplicht dit stuk op het bord te plaatsen tenzij dit reglementair onmogelijk is. Bij het uitvoeren van promotie wordt de zet pas geacht voltooid te zijn indienaan de tegenstander duidelijk kenbaar is gemaakt tot welk stuk de pion is gepromoveerd.
Het einde der tijen
De wedstrijd tussen beide teams is geëindigd als beide partijen zijn afgelopen. In afwijking van artikel 5.1.b van de FIDE-Regels voor het Schaakspel is opgeven slechts toegestaan indien men aan zet is. Indien een speler opgeeft zonder aan zet te zijn blijft het opgeven van kracht, doch heeft de tegenstander het recht nog een laatste zet te spelen. In afwijking van artikelen 1.3, 5.2.a en 5.2.b van de FIDE-Regels voor het Schaakspel is de partij slechts remise door pat of door de onmogelijkheid voor beide spelers de partij met reglementaire zetten te winnen indien de andere partij van de wedstrijd reeds is afgelopen. In aanvulling op artikel 6.9 tweede alinea van de FIDE-Regels voor het Schaakspel, tweede lid, geldt dat de partij bij tijdsoverschrijding slechts remise is als de stelling zodanig is dat de tegenstander niet kan winnen door welke reeks reglementaire zetten dan ook, inclusief het op het bord plaatsen van de stukken die deze nog naast het bord heeft en/of nog kan ontvangen van de teamgenoot. De partij eindigt in remise indien beide spelers dit overeenkomen volgens artikel 9.b.1 van de FIDE-Regels voor het Schaakspel. De partij is remise indien beide spelers de bedenktijd hebben overschreden.
De schaakklok
In afwijking van artikel 6.4 van de FIDE-Regels voor het Schaakspel geldt dat de beide klokken zodanig worden geplaatst dat alle vier de spelers de stand op beide klokken kunnen zien. Alle vier spelers krijgen per partij 5 minuten bedenktijd, met 2 seconden increment per zet vanaf zet 1. De klokken van beide partijen dienen bij aanvang door beide zwartspelers tegelijkertijd in werking te worden gesteld.
Onregelmatigheden
Indien een terug te nemen onreglementaire zet bestond uit het slaan van een stuk en dit stuk reeds is doorgegeven moet de speler die deze onreglementaire zet uitvoerde ogenblikkelijk een stuk van dit soort terugnemen uit de doorgegeven maar nog niet op het bord geplaatste stukken van zijn teamgenoot om hiermee de onreglementaire zet terug te nemen. Indien zijn teamgenoot een dergelijk stuk niet meer buiten het bord ter beschikking heeft mag de speler, na dit feit aan zijn tegenstander gemeld te hebben, zijn klok in werking stellen zodra zijn teamgenoot aan zet is. De tegenstander van de speler die de onreglementaire zet uitvoerde mag daarna een stuk van soort en kleur dat bij de onreglementaire zet werd geslagen van het andere bord nemen, dit aan zijn tegenstander overhandigen en vervolgens diens klok in werking zetten zodat deze zijn onreglementaire zet alsnog kan terugnemen en kan vervangen door een reglementaire zet. Totdat dit stuk van het bord is weggenomen mag de teamgenoot van de speler die een onreglementaire zet deed geen zet spelen.
Het gedrag van de spelers
Een speler mag aan zijn teamgenoot om bepaalde stukken vragen. Een speler mag aan zijn teamgenoot toestemming vragen om op te geven, remise aan te bieden, remise aan te nemen of de tegenstander mat te zetten.
Arbiter
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist Wim van Beersum.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.