Na de klap van de eerste partij waarin Ruigendijk meerdere keren winnend voordeel genoot, maar het eindspel dusdanig verkrachtte dat Job niet anders kon dan de winst grijpen, was het duidelijk dat Ferry niet nogmaals mocht verliezen. Duidelijk gespannen begon hij aan de tweede matchpartij, waar Holtz nu juist een zeer ontspannen indruk maakte. Met de GC-banners naast het bord, en de prijsbeker lonkend tentoongesteld naast het (live-)bord, startte iets na achten Job met zijn geliefde d4. Hij vertelde later met de gedachte gespeeld te hebben de Orang Oetan van stal te halen. Als verrassingswapen aan de ene kant, aan de andere als eerbetoon aan de onlangs overleden Henk Haisma. Angst voor Ferry’s jarenlange ervaring als teamleider met allerlei 1.b4-varianten weerhielden Holtz ervan de stoute schoenen aan te trekken.
En zo kreeg Ruigendijk zijn uitmuntend voorbereide Leningrader op het bord. Een klein verrassinkje dus, want eigenlijk speelt Ferry meestal de stonewall, maar het was Hollands niettemin. De Leningrader bracht natuurlijk ‘uitzender’ Fons van Hamond van achter zijn laptopje naar het bord, om in woord en gebaar waar mogelijk Ferry te ondersteunen, en te wijzen op mogelijk subtiele voortzettingen die, aan Ferry overgelaten, nooit het levenslicht in de match zouden zien. Fons’ acties bleken echter helemaal niet nodig, want Ferry zat ‘totaal in zijn voorbereiding’. Iets wat wij, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, van Job niet (nooit?!) kunnen beweren.
Helaas voor de zaal, en voor het publiek in den lande, bleef in deze tweede partij enig vermaak uit. Hoeksema, die de eerste partij gekluisterd achter zijn beeldscherm had gevolgd, vertelt desgevraagd gedesillusioneerd: “Van deze houwdegens ben ik meer spektakel gewend, zoiets als de eerste partij!” Ruigendijk meldde na afloop dat hij eenvoudig de ballen miste om de stelling open te breken. Hij zag geen directe winst, en ondervond tot zijn spijt enig ontzag voor Job in de onduidelijke stellingen die zouden kunnen ontstaan: “Het voordeel zou nooit groter worden dan in de eerste partij, en die verloor ik. Daarom ben ik blij met een halfje. Ik sta op het scorebord!”
Voor de komende partijen, op 23 en 30 januari te spelen, ziet Ferry echter goede kansen. Mits Job natuurlijk geen 1.b4 op het bord zet in de laatste partij, daarvoor kent hij wel enige vrees. Zijn witpartij ziet hij met vertrouwen tegemoet, zeker ook omdat hij in de kerstvakantie eindspelletjes met zijn zoon heeft geoefend. Die won hij vrijwel allemaal.
Hoeksema ondertussen houdt zijn hart vast voor het restant van de match. Terecht stelt hij de vraag of de sponsoren wel warm lopen voor zulke partijtjes: “Als ik het me goed herinner is dit niet het soort schaak waar de beschermvrouwe van deze match warm voor loopt.” En inderdaad liet de ceo van Van de Heuvel & Meer landschapsarchitecten (gespecialiseerd in Scandinavisch bouw en sloop) op een belendend bord zien hoe je een tegenstander naar de strot grijpt. Een lullig paardvorkje dat een vroegtijdig einde van die partij bevorderde moet je ‘in het grotere geheel’ bekijken.
Ongetwijfeld krijgen de spelers een kattebelletje vanwege de organisatie á la Rentero (Linares) dat hen zal manen de derde partij weer met vuurwerk te gaan spelen. En dan niet van dat brave legale ‘vuurwerk’: illegale kanonstrijkers en Chinese drakenvuurpijlen, komt dat zien!
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.